Samenvatting van: Aan de bal

Het boek gaat over Rahmane Zengo. Hij woont met zijn ouders en zijn zusje Naneh in een dorpje van Afrika. Ze zijn arm en hebben weinig geld. Rahmane helpt zijn vader altijd op het land. En verder voetbalt hij met zijn vrienden en zijn trainer Meneer Baouri. Ze hebben geen echte bal en spelen op hun blote voeten op een stoffig veldje.

Op een dag komen er mensen van een voetbalploeg uit de stad kijken. Vanaf die dag doet hij er alles aan om profvoetballer te worden en hij wordt uiteindelijk geselecteerd. Hij krijgt dus de mogelijkheid om voor zijn familie geld te verdienen zodat ze niet meer in armoede hoeven te leven. Samen met Henri en Tigani moet hij naar de stad.

Als hij in de stad komt is het voor hem een heel andere wereld. Ze hebben er douches met stromend water, echt gras, doeltjes, leren ballen en echte voetbalschoenen. Hij mist zijn vertrouwde en veilige dorp wel, maar hij wil niets liever dan voetballen. Daarom probeert hij het er het beste van te maken en zo goed mogelijk te spelen. Hij speelt goed en de trainer wil hem graag behouden. Met Tigani gaat het minder goed. Tigani denkt namelijk alleen maar aan geld. Dus probeert hij het op een manier die verboden is en waar de leiding al voor heeft gewaarschuwd. Hij gaat straatvoetballen voor geld en gaat met een bende om onder de leiding van Youssa. Als de leiding het te weten komt wordt hij onmiddellijk weggestuurd naar zijn dorp. Nu staat Rahmane er alleen voor, maar hij heeft nog een vriend die hij heeft leren kennen genaamd Brûle. Maar Brûle is gewond geraakt omdat hij samen met Rahmane Tigani wilde beschermen. Brûle isin een gevecht door een mesin zijn been geraakt. Dus nu stond Rahmane er helemaal alleen voor.

Bij een toernooi waar Rahmane met zijn voetbalploeg aan mee doet, komen er scouts uit Nederland kijken. Rahmane speelt erg goed en mag naar Nederland voor een stage van 4 weken samen met zijn nieuwe vriend Baptiste. Hij leert Rahmane hoe hij vrije trappen moet nemen en hoe hij zijn schot moet gebruiken.

Deel II

De stage in Nederland vindt hij helemaal geweldig, want dit is de kans van zijn leven! Als hij in Nederland aan komt moet hij naar zijn pleegouders om daar 4 weken door te brengen. Ze heten Ria en Gert en ze zijn erg aardig en gastvrij en doen er alles aan om het Rahmane naar zijn zin te maken. Ria gaat zelfs samen met Rahmane naar een warenhuis om cadeautjes te kopen voor zijn famillie thuis. Hij voelt zich er heel erg thuis en leert veel Nederlandse woorden. Zijn vriend Sidou verdwijnt als hij in Nederland is. Ramhane en zijn vrienden beginnen een zoek actie in de stad om hem te vinden maar het lukt niet. Wel komen ze een paar Nederlandse jongens tegen die hun willen bestelen. Dan Slaan Rahmane en Sunday terug en rennen weg samen met Ndanko. Zijn stage verloopt verder goed en hij mag voor 1 week terug naar zijn dorp in Afrika. Daarna krijgt hij te horen of hij bij de club in Nederland mag komen spelen.

Als hij terugkeert in zijn dorp Afrika is hij groter, sterker en verstandiger geworden. Zijn ouders hebben hem heel erg gemist en zijn blij dat hij thuis is. Rahmane heeft ook cadeautjes voor zijn familie en hij is teleurgesteld dat zijn vader niet echt blij was met zijn cadeau. Maar als hij door het dorp heen loopt vraagt iedereen alleen of hij al geld heeft verdiend. Dat vind Rahmane helemaal niet leuk en vraagt zich af waarom mensen niet vragen hoe het met hem gaat. Hij vindt het wel fijn om thuis te zijn, maar het is jammer dat er niemand om Rahmane zelf geeft behalve zijn ouders. Gelukkig zijn er nogwel mensen die trots op hem zijn zoals zijn oude coach meneer Baouri.

Bron:

http://www.scholieren.com/boekverslag/70567

Mooiste moment:

Het mooiste moment van het boek vond ik toen hij in de stad was bij de afrikaanse club en hij samen met Brûle Tigani ging verdedigen.

Blz. 136, 137, 138, 139, 140

Rahmane, Sunday, Brûle en Tigani hadden een Western gekeken. Ze waren terug naar de zaal aan het lopen toen ineens Youssa op dook. Hij bedreigde de jongens en wilde Tigani hebben omdat hij nog voetbalschoenen moest betalen aan hem. Maar Rahmane liet het niet toe dat Youssa, Tigani zomaar mee zou nemen. Tigani had al een paar keer gezegd dat hij wel mee ging maar Rahmane hield hem tegen.

Youssa pakte Rahmane bij zijn haar en probeerde respect af te dringen. Rahmane probeerde tegelijk Youssa in zijn maag te slaan. Sunday stapte naar voren en de kleine Brûle trapte tegen Youssa's zijn knie en hij viel op de grond. Toen Youssa opstond pakte Sunday zijn arm en draaide die om. De kale jongen genaamd Adoleh die er bij was had Tigani vast gepakt. Maar hij liet hem los en sloeg met gebalde vuist Sunday in zijn gezicht. Rahmane gaf Adoleh een trap in zijn kruis. Rahmane was een ogenblik afegeleid omdat Tigani weer naar de deur sprong. Toen hij weer opkeek had Youssa een mes in zijn hand.

Nog steeds bleef Rahmane Tigani beschermen. Adoleh zij tegen Youssa dat hij henmoest afmaken maar Rahmane sprong op dat moment naar Youssa en Brûle dook mee. Rahmane raakte hem in zijn zij en Brûle pakte hem bij de benen. Toen viel Youssa over Brûle heen. Zijn mes raakt Brûle in zijn been. Brûle gilde zo net zo hard als een kreet van een vogel. Toen was het stil.

Mooiste passage uit de tekst:

'Jij gaat nergens naartoe'. Sunday deed een stap naar voren. Kalm haalde hij Youssa's hand weg, zodat die terugviel naast zijn zij. De hand werd een vuist, ontspande zich en werd opnieuw een vuist. Youssa zuchtte. 'Ik heb geen zin in problemen. Tigani weet waarvoor ik kom'.